‘Bodem en ondergrond staan en blijven volop op de agenda’
Rob Nieuwenhuis – eigen
foto
Alle grote opgaven
Rob
Nieuwenhuis geeft leiding aan een afdeling met 25 onderzoekers en adviseurs die
zich bezighouden met bodem- en grondwaterkwaliteit. ‘Deze kennis koppelen we
aan brede maatschappelijke vraagstukken, zoals klimaatadaptatie en -mitigatie.
Zo kijken we bijvoorbeeld naar de effecten van ondergrondse energiesystemen of
de effecten van waterstofopslag op de grondwaterkwaliteit. Zo onderzoeken we
bijvoorbeeld ook broeikasgasemissies uit bodem- en watersystemen’.
Waterkwaliteit
Ook
de verbetering van de waterkwaliteit is in Nederland een grote opgave. Recent
kwam weer in het nieuws dat die één van de slechtste van Europa is. ‘Binnen
mijn afdeling verrichten we veel studies naar stoffen in het bodem- en
watersysteem. Van antropogene verontreinigingen tot emissies van nutriënten uit
de landbouw. Voor het behalen van de KRW doelen is het van belang om meer zicht
te krijgen op de effectiviteit van maatregelen. Met het toetsjaar 2027 in
zicht, wordt de urgentie om de waterkwaliteit verder te verbeteren steeds
sterker gevoeld’.
Meerjarig onderzoek
‘Veel
van het onderzoek op het gebied van bodem- en waterkwaliteit doen we niet
alleen, maar samen met andere kennisinstellingen zoals TNO, Wageningen
University & Research (WUR), RIVM en KWR. Een belangrijk voorbeeld was de
KennisImpuls Waterkwaliteit; een meerjarig onderzoek waarvan de resultaten
recent zijn opgeleverd. Naast studies en onderzoeken binnen Nederland werkt
Deltares ook veel binnen internationale consortia. Bijvoorbeeld binnen het
Europese PROMISCES-project waarin we kijken naar het gedrag, verspreiding en
gezondheidsrisico’s van persistente en mobiele stoffen (zoals PFAS) in bodem en
water’.
Integrale benadering
‘Een
van de lopende grote opgaven is die rond het Nationaal Programma Landelijk
Gebied. Met een gebiedsgerichte aanpak moeten stikstofmaatregelen slim worden
gecombineerd met andere maatregelen om de natuur, de bodem en de waterkwaliteit
te verbeteren en de klimaatopgave te halen. Dit is een heel interessante
opgave, vooral vanwege de integraliteit. Tot nu te hebben we toch voornamelijk
naar de afzonderlijke opgaven gekeken. Nu ligt er de mooie, maar complexe
uitdaging deze opgaven met elkaar te verbinden en tot samenhangende oplossingen
te komen. Als we maatregelen slim combineren kan dit een sterke impuls geven
aan de verbetering van de waterkwaliteit’.
Samenwerking Saxion
‘Als
kennisinstituut hebben we natuurlijk allerlei verbanden met andere
onderzoekscentra en met universiteiten, waar het meer fundamentele onderzoek
plaatsvindt. Daarnaast wordt ook steeds vaker de samenwerking met hogescholen
opgezocht. Die zijn doorgaans regionaal verankerd, zoals Saxion in
Oost-Nederland. Zij bieden een snelle link naar de toepassing van kennis in de
praktijk.
‘Onlangs
hebben we een langjarige samenwerkingsovereenkomst gesloten met Saxion. Daarbij
waren ook vertegenwoordigers van de provincie en van het waterschap aanwezig.
Deze partijen onderstreepten het belang van deze samenwerking zodat
kenniskennis actief naar de regio doorstroomt’.
WarmingUp
‘Een
voorbeeld van de samenwerking is het WarmingUp project. WarmingUp is een groot
onderzoekprogramma waarin wij met onderwijs en onderzoeksinstellingen,
bedrijven en overheden samenwerken aan de vraag centraal hoe collectieve
warmtesystemen betrouwbaar, duurzaam en betaalbaar kunnen worden ontwikkeld en
ingezet’.
‘Een
van de aandachtspunten is de overstap van aardgas naar collectieve
warmtenetten. Niet alleen in technisch opzicht, maar ook maatschappelijk.
Acceptatie door bewoners van die transitie is niet vanzelfsprekend. Met Saxion
onderzoeken we werkwijzen die het acceptatieniveau kunnen vergroten. Hierin
brengen we de regionale kennis van Saxion samen met onze kennis van de
ondergrond’.
Hergebruik
IBC-locaties
‘Een
ander onderzoek in samenwerking met Saxion is naar afbouwmogelijkheden van oude
IBC-locaties (Isoleren, Beheersen en Controleren). De eeuwigdurende nazorg van
deze verontreinigde locaties is een grote kostenpost. Vaak betreft het locaties
waar, door nieuwe inzichten en nieuwe technieken, een andere aanpak mogelijk
is. We kijken naar nieuwe technieken om de afbouw daarvan beter mogelijk te
maken. Inmiddels is de kennis sinds de jaren 80-90 van de vorige eeuw sterk
gevorderd, bijvoorbeeld betreffende de effectiviteit van natuurlijke afbraak.
En we werken aan concrete methoden om dergelijke locaties te laten bijdragen
aan de energietransitie, klimaatadaptatie, verstedelijking en woningbouw. Wij
kijken naar de technologische kant, Saxion naar de ruimtelijke kant, onder
andere naar het ontwikkelpotentieel van die plekken’.
Expertisenetwerk
Naast
al deze werkzaamheden zit Rob Nieuwenhuis in het Regieteam van het
Expertisenetwerk Bodem en Ondergrond (ENBO). ‘Onze belangrijkste opdracht is
het bevorderen van de kennisoverdracht. Dat doen we bijvoorbeeld via een aantal
platforms. De gebruikers van die netwerken zien niet altijd dat ENBO dit op de
achtergrond coördineert. Dat is op zich niet erg, de zichtbaarheid van de
platforms en andere activiteiten staat voorop.
Voor
de kennisaanbieders binnen het ENBO ligt er een uitdaging om de kennis nog
beter toegankelijk en beschikbaar te maken voor specifieke opgaven in de regio.
Kennis over de ondergrond speelt immers een grote rol bij een aantal opgaven,
zoals woningbouw, klimaatadaptatie, energietransitie en kringlooplandbouw. Ik
verwacht daarom dat de vraag naar kennis de komende jaren alleen maar toeneemt.
De pilots rond de Regionale kennisnetwerken bodem en ondergrond vormen hierin
een belangrijke schakel.