‘De bodem is van een last een lust geworden’
Leefomgeving als
grootste opgave
‘Amper
vier jaar geleden leefde het begrip “duurzame leefomgeving” nog slechts aan de
rand van de organisatie’, vertelt hij. ‘Nu is het geformuleerd als de grootste
opgave. Dat hebben we stapje voor stapje kunnen bereiken, nadat Bodem+, samen
met onder andere Infomil en het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen, als onderdelen
van Agentschap NL (tegenwoordig RVO), door Rijkswaterstaat werden
binnengehaald. Moet je voorstellen wat dat betekent voor zo’n sterk merk als
Rijkswaterstaat is. En tegelijk een enorm slagschip, dat niet zomaar even van
koers verandert. Samen met een aantal bevlogen collega’s is die koerswijziging
toch bereikt. Natuurlijk blijft het bedrijf verantwoordelijk voor de aanleg van
(water)wegen en allerlei andere vormen van infrastructuur. Maar gelukkig is de
focus nu gericht op een integraal beleid, op een samenhangende zorg voor onze
leefomgeving’.
Vraaggericht gaan
werken
Behalve
die veranderende focus heeft Rijkswaterstaat Bodem+ nog een cruciale
verandering doorgemaakt. ‘We zijn van een aanbod gedreven bedrijf omgevormd
naar een vraaggerichte organisatie’, stelt Henk van Zoelen tevreden vast. ‘We
zijn gaan samenwerken met decentrale organisaties. We zijn flink gaan
investeren in het relatienetwerk, zoals met de 29 Omgevingsdiensten die
Nederland telt. Want daar hebben de provincies en gemeenten hun milieutaken in
ondergebracht. Dat relatienetwerk opbouwen was vooral voor mijzelf de afgelopen
jaren een belangrijk aandachtspunt. Welke behoefte aan welke kennis en kunde is
er bij deze diensten? Hoe kunnen wij als landelijk werkende organisatie
voorzien in de beantwoording van die vragen? En daarbij rekening houden met de
onderling grote verschillen tussen deze omgevingsdiensten. In Groningen is er
voor de hele provincie één dienst, in Gelderland zeven. Dat impliceert een
andere wijze van werken, waarbij de Gelderse zeven diensten bijvoorbeeld veel
dichter bij de gemeenten opereren dan die ene in Groningen kan doen’.
Bijdrage aan
klimaatopgave
‘Terugkijkend
op de afgelopen vele jaren die ik in de wereld van bodem en ondergrond heb
doorgebracht, zie ik nog een heel ander belangrijk omslagpunt. De bodem is van
een last een lust geworden. De bodem is niet meer alleen een saneringsopgave,
maar nu een bron die kan bijdragen aan de klimaatopgave en aan energietransitie.
Wat overigens van de direct betrokkenen, zoals zij die in het verleden louter
gespecialiseerd waren in het saneren, veel omscholing vergt. Van hen wordt
samenspel vereist met andere spelers, andere disciplines. Van hen ook de flair
verwacht om buiten hun vakgebied te durven treden’.
‘Dat
brengt mij tot slot op een andere vorm van samenwerking, die tussen een aantal
kennisinstituten. Rijkswaterstaat Bodem+, SIKB, Deltares, TNO en RIVM delen hun
kennis in het Expertisenetwerk Bodem en Ondergrond (ENBO). Een belangrijk
initiatief dat als instituut een belangrijke rol vervult, en nog meer kan
vervullen. Met een prachtige loketfunctie, waar iedereen in de bodemwereld baat
bij heeft. Ik gun het ENBO een nog veel prominentere rol in het verstrekken van
voorlichting en informatie. Zie tegelijk ook dat dit niet ten koste moet gaan
van de positionering van de vijf partners afzonderlijk. Maar als ik bij mijn
afscheid van deze sector toch een wens mag doen, dan is die voor nog veel meer
zichtbaarheid van dit Expertisenetwerk.’