Die onzichtbare, o zo belangrijke diepe ondergrond
Met
het concept ‘De Slimme Bouwkuip’ wonnen Tessa Bosch en haar teamleden binnen
Witteveen+Bos eind november de eerste prijs in de wedstrijd Doe & Durf van
JongNLIngenieurs. Een leuk zijstapje voor deze adviseur geo-energie en
ondergrond.
Tessa Bosch – eigen
foto
Fascinatie voor
plaattektoniek
De
geheimzinnigheid van de diepe ondergrond, van plaattektoniek, van de diep in de
aarde voorkomende processen fascineerde Tessa Bosch al als kind. Aardrijkskunde
was een boeiend vak, waar haar technische profiel samen bleek te komen met haar
maatschappelijke interesse. Dat leidde bijvoorbeeld tot een profielwerkstuk
over bodemdaling door gas- en zoutwinning in Noord-Nederland. Op de
universiteit studeerde ze daar verder in tijdens haar studie Aardwetenschappen,
wat resulteerde in een afstudeerscriptie over reservoir compactie van het
Groningen gasveld. Het doel was de fysische en chemische processen die
kilometers onder het aardoppervlak plaatsvinden beter te leren begrijpen. Na
een stage bij Sweco kon ze bij Witteveen+Bos aan de slag.
Maatschappelijke
aspecten
‘Plaattektoniek’,
vertelt ze, ‘heeft grote invloed op het klimaat, de zeespiegel, de
gebergtevorming en de oceaanstromingen. Onzichtbare bewegingen en processen,
die bijvoorbeeld ook gevolgen hebben op de hoeveelheid en de verdeling van
grondstoffen’. Dat te onderzoeken is voor haar een passie, ‘maar wel graag in
combinatie met maatschappelijke aspecten’. Daarom koos ze ervoor te gaan werken
bij een ingenieursbureau, ‘waar maatschappelijk relevante projecten voorop
staan’. De focus is nu gericht op geothermie. ‘Dit is aardwarmte, in zowel de
diepe als de ondiepe bodemlagen. Het zijn vooral potentiestudies waar ik mij
mee bezig houd, maar bijvoorbeeld ook studies waarin we mogelijke risico’s inzichtelijk
proberen te maken’. Ze brengt de ondergrondse warmtebronnen in beeld en schetst
de strategie gericht op energietransitie, bijvoorbeeld voor de gemeente Zwolle.
‘Dan komen de technische aspecten samen met de maatschappelijke kanten. Het is
de uitdaging om vergaarde kennis over de regionale ondergrondse warmte potentie
zo te presenteren dat een overheid er beslissingen door kan nemen, en de
bevolking er begrip van kan krijgen’.
Verbreding en
verdieping
Het
verschaffen van inzicht in wat Tessa Bosch diep in de bodem weet te ontdekken,
is ook bovengronds van grote waarde. Voor ruimtelijke inrichting bijvoorbeeld.
Daartoe zit ze ook graag aan tafel met andere disciplines. Planologen,
energiespecialisten en andere experts. Om gezamenlijk, integraal te werken aan
de grote maatschappelijke opgaven. ‘Die integrale benadering, zoals voor het
inpassen van nieuwe energiebronnen, wordt steeds belangrijker. De kansen
daarvoor worden dankzij de aanstaande Omgevingswet ook alleen maar groter’.
Naast
die verbreding, is er ook sprake van verdieping. ‘De kennis in ons vakgebied
groeit enorm. Daarbij gestimuleerd door de grote maatschappelijke opgaven zoals
de energietransitie, waarvoor oude kennis die is opgedaan in de olie- en
gassector opnieuw, nu anders wordt ingezet’.
De Slimme Bouwkuip
En
dan nog even die wedstrijd Doe & Durf. ‘We worden door de toenemende droogte
in Nederland uitgedaagd om zuiniger dan ooit om te gaan met ons grondwater.
Verlaging van de grondwaterstand in stedelijk gebied kan bijvoorbeeld
funderingsschade of schade aan openbaar groen tot gevolg hebben. Bij een
bemaling wordt grondwater onttrokken, vaak overmatig, zelfs in tijden van
schaarste. Omdat juist dan, maar eigenlijk altijd elke kuub water belangrijk
is, bedachten wij dat dit beter moest kunnen. Wij, dat is het team dat ik
binnen Witteveen+Bos vormde met Esmond Wesselink, Ingrid van den Brink en Luuk
Jordans. We kwamen op het concept voor de Slimme Bouwkuip. Die houdt rekening
met lokale bodemopbouw en weersverwachting, wat zorgt voor proactieve
aansturing op de verwachte grondwaterstand. Koppeling van de bemalingspompen en
peilbuizen aan het grondwatermodel zorgt voor een actuele status en inzicht
hierin. De Slimme Bouwkuip is een zelf lerend systeem. Daardoor kan er steeds preciezer
worden gestuurd en zo grote hoeveelheden water worden bespaard.’
Het
concept won er de eerste prijs mee en krijgt nu de kans, zowel door
marktpartijen als binnen haar bureau, verder te worden ontwikkeld.