Gezonde bodem zorgt voor gezonde gewassen en gezonde mensen
Emiel Elferink – foto
BCE
Integrale benadering
Emiel
Elferink is sinds kort de noordelijke ambassadeur van KOBO. Een mooie
aanvulling op het netwerk dat hij in Friesland heeft ontwikkeld. Hij is lector
aan de Hogeschool Van Hall Larenstein. Studeerde Biologie aan de
Rijksuniversiteit Groningen met als afstudeerrichting Energie- en
Milieuwetenschappen. Daarna verrichtte hij promotieonderzoek naar de
duurzaamheid van de dierlijke voedselproductie. In de verschillende soorten
onderzoek en projecten die volgden was de rode draad integraal werken. Elferink
koppelde onderwerpen en thema’s inhoudelijk aan elkaar, zocht samenwerking met
andere disciplines, bedrijven en opdrachtgevers. De focus kwam steeds meer op
het grensvlak van landbouw, biobased en bodem te liggen.
Volwaardig leer- en
kenniscentrum bodem
In
het Leer- en Kenniscentrum in Oosterwolde, opgericht door onder andere LTO
Noord, Ecostyle, Wetsus, Van Hall Larenstein, het Nordwin College en de
gemeente Ooststellingwerf, komt die integrale benadering optimaal samen. Het
centrum is gevestigd in Biosintrum, gelegen op het ecologische werklandschap
Ecomunitypark bij Oosterwolde. ‘Hier willen we een nieuwe kijk op de bodem
creëren. Het gebouw is een van de meest duurzame gebouwen van Europa. 85
procent van de materialen is biobased. Het is dé ontmoetingsplek van onderwijs,
ondernemers en overheid, die samen pionieren voor een duurzame toekomst’, aldus
Elferink.
Het Biosintrum aan het
water in Oosterwolde - foto Egbert de Boer
Bodem en humane
gezondheid
Boeren,
bedrijven, onderzoekers en studenten kunnen er kennis vergaren over de
samenhang tussen ecosysteemdiensten van de bodem, organische stofgehalte,
circulariteit en adaptie aan klimaatverandering. Elferink geeft een aansprekend
voorbeeld. ‘Bodem en Humane Gezondheid is een van de projecten die onder
auspiciën van het Kennisconsortium wordt uitgevoerd. In samenwerking met
verschillende partijen, waaronder ECOstyle, het LUMC, het MUMC en inmiddels 50
boeren in de regio, zijn we als Leer- en Kenniscentrum Bodem dit project
gestart. Percelen van de deelnemende boeren worden gebruikt om onderzoek te
doen naar de micro-organismen die hierin leven en de correlatie met de gewassen
die hierop groeien’.
Mesokosmossen
Daarvoor
is een outdoor laboratorium gerealiseerd, dat bestaat uit Mesokosmossen. ‘Zo’n
100 bakken van circa een meter doorsnede waarin ongestoorde bodemprofielen
zitten. Bakken met onder andere mais, riet, lisdodde en gras op zand-, klei- en
veengrond. Omhult met een isolatiedeken tegen directe weersinvloeden, een
biobased buitenschil voor de inpasbaarheid in het landschap en uitgerust met
een pallet aan sensoren, aangesloten op het web. Door verschillende soorten
bodemprofielen bij elkaar te zetten en deze nauwkeurig via sensoren te
monitoren, krijgen wij beter inzicht in de dynamiek van bodems. Inzichten die
helpen bij het beantwoorden van vragen over bodemkwaliteit, bodembiologie,
klimaatbestendigheid en waterkwaliteit’.
Microbioom
‘Micro-organismen
zijn de biologische motor van de grond en van grote invloed op de kwaliteit en
kwantiteit van het gewas. We werken hier aan een bodem waarde
categoriseringsmodel waarbij het microbioom van de bodem een grote rol speelt.
Dat is nog niet eerder onderzocht. Wat het uiteindelijk moet opleveren is een
nieuwe en betere manier om de waarde van grond te bepalen. Maag- darm en
leverartsen verbonden aan het LUMC en het MUMC onderzoeken hoe eten van goede
en gezonde grond het darmmicrobioom beïnvloedt’.
Yakultroute
‘Boeren
sturen samples van goede en slechte grond’, vervolgt Elferink. ‘Wij onderzoeken
dan in deze outdoorlaboratoria de effecten van de grond op de daarop groeiende
gewassen. De gezondheid van de bodem kan uiteindelijk tot een andere
samenstelling van voeding komen. Je kunt drie sporen benoemen die de kwaliteit
van voeding beïnvloeden:
- Een biodiverse bodem zorgt voor betere ontsluiting van micronutriënten;
- De wat ik noem Yakultroute: de effecten van endofyten, positief en negatief op de houdbaarheid van gewassen – met ook effect op de maag- en darmkanalen van de mens;
- En tot slot heeft een gezonde bodem ook minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. En dus veel minder chemische stoffen. Wat ook weer gezonder is voor mens en gewas’.
Kennisontwikkeling en
-uitwisseling
‘Het Leer- en Kenniscentrum Bodem, mede tot stand dankzij de Regio Deal Zuidoost Friesland, is niet alleen een regionaal kennisloket met een (inter)nationaal netwerk van agrariërs, bedrijven, onderzoekers en studenten’, licht Elferink toe. ‘Primair willen we kennis ontwikkelen en delen over de bodemgesteldheid, waterkwaliteit en biodiversiteit. Maar naast praktijkonderzoek, voorlichting, symposia en wetenschappelijk onderzoek is het centrum ook heel nadrukkelijk bedoeld voor basisscholen en middelbare scholen. Zo nemen we deel aan het “Wortel en vleugelprogramma”.
Een
programma waarin kinderen vertrouwd worden gemaakt met
duurzaamheidsvraagstukken. Dat doen we met kennisoverdracht en we richten ons
op bewustwording. Zodat leerlingen in het primair onderwijs zien, voelen en
ruiken hoe interessant en belangrijk gezonde bodems zijn en zo geïnspireerd
worden hier zelf ook verantwoordelijkheid in te nemen. Te beginnen natuurlijk
bij hun eigen omgeving. Zo bieden we hier een doorlopende leerlijn aan, iets
wat naadloos aansluit bij KOBO.’