Inzicht in de drie lagen van ons brein geeft zachtheid in communicatie
‘Om inzicht te krijgen in onze eigen bubbels en om kennis te krijgen van de bubbels van anderen is het essentieel te weten hoe ons brein werkt. Hoe de drie lagen, het reptielenbrein, het zoogdierenbrein en de neocortex functioneren, vooral wanneer er iets moet veranderen’. Dat vertelt neurowetenschapper Ayca Szapora kort in dit interview en uitgebreid op het SIKB Jaarcongres op 10 maart.
Ayca
Szapora – foto Hans Tibben
Energie besparen
‘Laten we eerst
eens kijken wat het doel van ons brein is’, begint Ayca Szapora. ‘We denken dat
ons brein ons gelukkig wil maken. Helaas, dat is een misverstand. Het doel is te
overleven. En de kansen om te overleven te vergroten. Daarvoor gebruikt het
brein enkele principes, waarvan het besparen van energie de belangrijkste is.
Dat doet het brein door te leren van ervaringen. Routines aan te maken. En zo
steeds sneller iets kunnen voorspellen. Zodat je weet hoe je moet navigeren in
de wereld’. ‘In de oertijd
wisten onze voorouders dat zij, bij het verschijnen van een leeuw, het beste
konden gaan wegrennen, beter dan om eerst allerlei strategieën te gaan
overwegen. Snel schakelen, dat is wat ons brein wil. Vandaar dat we ook altijd
terugvallen op bestaande patronen, ons overlevingsinstinct. Nu zie je
diezelfde patronen in geval bijvoorbeeld van stress. Je kunt nog zulke
rationaal overwogen besluiten nemen (“ik neem mij voor niet meer te snoepen”),
op het moment dat je bekaf, onvoldaan thuiskomt van je werk, ga je toch
snoepen’.
Veiligheid
‘Stress is
onveiligheid’, vervolgt Ayca Szapora haar verhaal. ‘Neem een archeoloog. Is
zich bewust van de bubbel waarin hij of zij zit en wil andere bubbels leren
kennen. Dat vergt een risico. Want wordt de archeoloog in die wereld erkend,
gewaardeerd? Voelt de archeoloog zich voldoende veilig om in die andere bubbel
te stappen? Vertrouwen is de sleutel om te kunnen samenwerken, om open te staan
voor andere denk- en werkwijzen, voor andere waarden en normen. Zonder
vertrouwen stelt niemand zich open voor het nemen van risico’s. Zonder
veiligheid kan niemand ontbubbelen. Want dan blijft de angst bestaan voor die
leeuw. In organisaties waar veel onderling vertrouwen is, waar ruimte is om
fouten te maken, nemen mensen meer risico’s. Niet om juist fouten te maken,
maar om open te staan voor andere manieren, andere meningen, ander
invalshoeken. Omdat zij niet bang zijn voor angst om hun baan te verliezen. Als
je je veilig voelt heb je geen lef nodig om jezelf te uiten. Dus (als je je in
een organisatie veilig voelt) lef tonen wordt een onderdeel van de cultuur, en
zo staan we ook open voor de uitingen van anderen. Niet gelijk weerstand bieden
voor iets wat we niet kennen bijvoorbeeld. Als we ons niet veilig voelen is het
onmogelijk om verbinding te zoeken, om samen te werken’.
Reptielenbrein
‘Om dit beter
te begrijpen’, legt Ayca Szapora uit, ‘moeten we ons brein onderzoeken. Wat
gebeurt daar wanneer we willen ontbubbelen?’ ‘Het oudste
deel van ons brein is het reptielenbrein. Hier zitten onze instincten
verborgen. Die zijn heel basaal en vragen de hele dag door, honderden miljoenen
keren: “Kan ik het eten”, “Kan ik het doden”, “Kan ik er seks mee hebben?” Dit
deel van ons brein heeft maar één doel: overleven! Zonder dat we ons ervan
bewust van zijn scant dit deel van ons brein voortdurend of we in gevaar zijn.
Het reptielenbrein functioneert vanuit instinct en routine. En laat ons
handelen vanuit vaste patronen’.
Zoogdierenbrein
‘Het tweede
deel van ons brein is het middengedeelte, het zoogdierenbrein, in wat duurder
Latijns het limbisch systeem genoemd, het emotionele brein. Dit deel doet de
hele dag niets anders dan zich af te vragen: “Wat kost me dit”? en “Wat levert
me dit op?’ Eigenlijk doet dit niets anders dan bezig zijn met het verkrijgen
van plezier en het vermijden van pijn en moeite. En met name die vermijding.
Puberbreinen bijvoorbeeld worden nog vrijwel geheel beheerst door dit deel’.
Het derde deel,
het nieuwste, is de neocortex, het mensenbrein. Met name dankzij de prefrontale
cortex kunnen we rationeel denken, ons gedrag aansturen, impulsen inhouden,
complexiteit overzien, risico’s inschatten. Dankzij dit deel van ons brein
hebben we taal en kunnen we komen tot zelfreflectie. Kunnen we ons een doel in
ons leven geven, idealisme ontwikkelen. En toch heeft dit deel zijn
beperkingen. Hoezeer we ook alles kunnen overdenken, ons gedrag wordt nog
altijd bepaald door het reptielen- en zoogdierenbrein. En daar spelen
veiligheid en onveiligheid een hoofdrol’.
Ontbubbelen
‘Om te kunnen
ontbubbelen moet het reptielenbrein op veilig staan, geen noodsituatie ervaren.
En in het zoogdierenbrein moeten pijn en plezier in balans zijn. En wanneer dan
in de neocortex het doel helder is, dan kan er worden ontbubbeld. Alle drie de lagen
in ons brein moeten samenwerken om wendbaar te zijn’. En het mooie is
dat ontbubbelen, dus het zoeken van verbinding en samenwerking met anderen, het
zoogdieren en het reptielenbrein doen opfleuren. Want verbinding is plezierig,
en biedt ook veiligheid’.
Waarneming
‘Maar hoe weet
je nou dat je in een bubbel zit? We denken dat iedereen dezelfde mind-set
heeft, dezelfde waarneming doet. Dat jouw begrip van de kleur rood dezelfde is
als die van mij. Dat voor jou een peer hetzelfde smaakt als voor mij. Maar dat
is niet zo. Ieder brein neemt op een andere wijze waar. Dergelijke aannames creëren
bubbels. Ook al zouden we samen dezelfde waarneming hebben, dan nog verschillen
onze interpretaties daarvan’. ‘Daarmee zijn
er bubbels binnen de bubbels. Iedereen heeft de eigen bubbeltjes. Pas wanneer
je dat inziet verrijkt dat jouw wereld en biedt dat de mogelijkheid om bubbels
te doorbreken. Pas wanneer je kunt toegeven dat jouw wereld niet de gehele
wereld is, kun je ontbubbelen’. En eigenlijk
komt dit alles neer op kunnen communiceren. De meeste problemen worden
veroorzaakt door communicatieproblemen. Wat ik evident vind, vindt een ander
niet. Eigenlijk moet
ons beeld van gevaar gaan verschuiven. Onzekerheid is geen gevaar, is een
gegeven. Want vastklampen
aan onze veiligheid en eigen bubbels geeft een schijnveiligheid. Als je dat
kunt erkennen creëer je – ook voor je reptielenbrein heel belangrijk – een relax
gevoel. Als je weet dat het ook werkt bij de ander, kan dat een verschuiving
gaan veroorzaken; “O, wat ik nu vraag komt voort uit mijn reptielenbrein, is
voor hem of haar echt niet leuk”. Inzicht in de drie lagen van ons brein geeft
zachtheid in communicatie.’