Inzicht in het proces van kennis ontwikkelen naar kennis toepassen
‘In Flevoland verbinden we onderzoek, onderwijs, ondernemers en overheden met elkaar. Zo vinden vernieuwingen hun weg naar de praktijk. Als metafoor gebruiken we hiervoor de agro-innovatiemotor. De focus ligt op de implementatie van vernieuwingen in de praktijk, waar agro-ondernemers aan de wieg staan; gevoed door vragen uit de markt en gesteund door kennisinstituten. De Aeres Hogeschool is een van die kennisinstituten. We onderzoeken nu hoe we die meerwaarde kunnen optimaliseren’, vertelt Sandra Lenders, projectverantwoordelijk bij de Provincie Flevoland.
Sandra Lenders – eigen
foto
Duurzame landbouw en
bodem
‘De
provincie Flevoland werkt sinds zes jaar samen met LTO en het Waterschap aan
het Actieplan Bodem en Water. Met dit Actieplan stimuleren we duurzaam bodem-
en waterbeheer voor een toekomstbestendige landbouw in onze provincie. Bewust
bodemgebruik is daarvoor essentieel, dat weer doorwerkt naar een betere
waterkwaliteit en waterconservering. Door een netwerk te ontwikkelen met agrarische
ondernemers en het agrarische bedrijfsleven kunnen we met een brede groep
werken aan deze doelstelling. In dat netwerk hoort uiteraard ook het onderwijs,
in het bijzonder de Aeres Hogeschool in Dronten. Het lectoraat Duurzaam
Bodembeheer, met Gera van Os als lector, is mede in samenwerking met ons vier
jaar geleden gestart en trekt nu zeer veel minor-bodem studenten’ licht Sandra
Lenders toe.
Concrete
kennisontwikkeling
‘Met
het Actieplan zetten we in op een transitie in denken en handelen over bodem en
water. Daarbij leggen we het initiatief voor verandering bij de agrarische
ondernemer. Zij zijn de spil waar het om draait. Samen met onze partners faciliteren
wij deze ondernemers met het ontwikkelen en toepassen van kennis. Juist de
praktijkgerichte (onderzoeks)aanpak van het lectoraat maakt het heel concreet
en kan in deze kennisuitwisseling een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld met de
start van een gezamenlijk demonstratietraject ‘Grip op de bodem’ over
bodemverdichting in Flevoland, waarbij met nieuwe mobiele meetinstrumenten de
bodemdruk op verschillende dieptes van agrarische machines is vast te stellen Zo kunnen de mechanismes en
de risico’s op bodemverdichting in de praktijk (bij een specifieke werkgang) en
aanvullend handelingsperspectieven zichtbaar gemaakt worden. De agrarische
ondernemers kunnen daardoor beter de waarde inschatten van de beschikbare
handelingsperspectieven. Daarnaast ondersteunen het lectoraat en de studenten
op diverse manieren praktijknetwerken en projecten door o.a. aanvullend bodem
te monitoren en vraagstukken op te pakken. Tevens is er wisselwerking: En de
ontwikkelde methoden en toepassingen uit projecten worden in het onderwijs weer
ingebed, zoals het Veldboekje Bodemconditiescore Flevoland uit het ABW-project
Zicht op de Bodemstructuur. De aandacht voor de bodem leidt ertoe dat de boeren
hun eigen rol veel duidelijker gaan zien. Die bewustwording maakt handelen
mogelijk en versterkt het zelfsturend vermogen van de landbouwsector. Als de
bodemkwaliteit goed blijft, maakt dat een robuust watersysteem en een goede
waterkwaliteit makkelijker en duurzamer’.
Optimaal benutten
‘We
constateren dat het lectoraat veel potentie biedt om de regionale transitie van
de landbouw te ondersteunen. Het kan ook werken als makel- en schakelpunt in
het kennisnetwerk. Dit is zowel regionaal als landelijk belangrijk. Uiteraard
kan het lectoraat ook een spil vormen tussen onderzoek, onderwijs, de praktijk,
de ondernemers en de ketenpartijen. En vergeet niet hun inhoudelijke,
onafhankelijke en praktijkgerichte expertise. Met steun van het UP Kennis
project willen we nu zowel terugkijken naar de rol, de werkwijze, de output en het
belang van het lectoraat over de afgelopen periode, als vooruitkijken naar de
komende jaren. Die analyse moet de toegevoegde waarde duiden van lectoraten,
het hbo-onderwijs en -onderzoek in de kennisinfrastructuur, toegespitst op
kennisontwikkeling, -verspreiding en -doorwerking op bodemvraagstukken binnen
de regionale transitieprocessen van de landbouw.
Verder
willen we experimenteren met diverse vormen waarin het lectoraat regionale
overheden kan ondersteunen bij de transitieopgave in brede zin; de
klimaatadaptatie etc. Daarbij hopen we dat lectoraten van andere hogescholen,
zoals HAS Den Bosch en Saxion, geïnspireerd worden voor hun eigen rol bij de
transitieopgave in hun eigen regio. Dit onderzoeksproject verwachten we in
november af te ronden.’