Karen Vancampenhout: ‘Et tu Brute?’
Karen Vancampenhout -
foto Theo van Oeffelt
Stiefmoederlijke
behandeling
Een
zeer bevlogen Karen Vancampenhout sprak ruim 400 deelnemers toe op het –
eindelijk weer fysiek gehouden – Symposium Bodem Breed. Ze maakte op meeslepende
wijze duidelijk waarom bodemerosie voor ons levensbedreigend is. ‘Het is de
meest onderschatte natuurlijke hulpbron van de mens: de bodem. Maar onze bodems
worden stiefmoederlijk behandeld’. En dat is zó onterecht, aldus Vancampenhout.
‘De bodem is essentieel voor een duurzame landbouw, voor de volksgezondheid en
voor de strijd tegen de klimaatopwarming’. Ze hield een pakkend pleidooi voor
een doordacht bodembeheer. ‘Elke minuut verdwijnen er in de wereld dertig
voetbalvelden aan topbodems’.
Ondergang Romeinse Rijk
Vancampenhout
wees op een aantal historische voorbeelden van de wijze waarop uitputting van
bodems leidt tot de teloorgang van beschavingen: ‘Het Romeinse Rijk domineerde
een groot deel van de wereld tussen 27 BC en 476 AD. Als de Romeinen even goede
bodemkundigen als ingenieurs waren geweest, dan spraken wij hier nu Latijn.
Maar op een bepaald ogenblik zaten ze door hun grondreserves heen, waardoor de
oogsten achteruitgingen en hun legers niet meer goed gevoed konden worden’.
‘Ravijnerosie’ noemt ze het. ‘Alle goede grond was daar na verloop van tijd
volledig geërodeerd. En dan kan het snel gaan. Ineens zijn de voedingsstoffen
weg uit een bodem en kan er nog maar weinig groeien. Daardoor werden de
Romeinen kwetsbaar. De bodemdegradatie leidde tot de instorting van hun rijk.
Beschavingen worden niet omvergeworpen, ze worden ondergraven’.
Bodem lezen
Vancampenhout
wil grond kenbaar maken: ‘Mensen moeten begrijpen dat je een bodem kunt lezen
als een boek, dat je er van alles uit kunt leren, niet alleen over wat er in de
grond gebeurt, maar ook over onze geschiedenis. De bodem is de meest
onderschatte natuurlijke hulpbron van de mens. Grond lijkt zo triviaal, maar
het is geen hernieuwbare grondstof: als een bodem verdwijnt, duurt het vele
millennia voor hij weer is opgebouwd. Het kan tienduizend jaar duren voor
enkele centimeters verdwenen bodem weer op natuurlijke wijze zijn aangevuld. In
de tussentijd kun je de grond niet gebruiken voor landbouw. Met gedegradeerde
bodems kun je ook moeilijk een efficiënte strijd tegen de klimaatopwarming
voeren, want het zijn gezonde bodems die broeikasgassen als koolstofdioxide (CO2)
opslaan’.
Kempense zandgronden
Karen
Vancampenhout bestudeerde onder andere de Kempense bodems. ‘We hebben in
Vlaanderen geluk gehad,’ zegt ze, ‘want in de ijstijden – die via jullie naar
ons kwamen – kregen we hier nieuwe bodems die veel water en voedingsstoffen
konden vasthouden. We stellen vast dat onze verre voorouders in het
prehistorische landschap vooral leefden op de plekjes met de beste bodems. Maar
toen eenmaal de landbouw ontstond, waren de zandgronden van de Kempen minder
interessant dan bijvoorbeeld de leemgronden in het Leuvense. Zand houdt
nauwelijks water vast en bevat weinig voedingsstoffen. De landbouw in de Kempen
kon alleen rendabel worden gemaakt door de zandbodem te verbeteren met plaggen
uit heidegrond, verrijkt met koeienmest. Dat was een hels werk. De Kempen zijn
vruchtbaar gemaakt door het zweet van boeren’.
Beste bodemdeskundige
‘De
Homo sapiens’, stelde Vancampenhout daarom vast, ‘is de beste bodemdeskundige.
Maar toen in de waanzinnige veertiende eeuw Europa werd geteisterd door drie
achtereenvolgende natte zomers, met hongersnood als gevolg en daaroverheen de
zwarte pest, leidde tot dat 20 tot 50 miljoen doden’.
Ze
concludeerde: ‘We hebben de wetenschap en de techniek om onze bodem gezond te
houden of weer te maken. Doen we dat niet dan is dat verraad aan onze bodem,
aan de basis van ons leven. Dus rest hier nog maar een vraag: “Et tu Brute?”’