Michiel Gadella: ‘Meer verantwoorde ruimte voor grondverzet’
Er
komt op basis van nieuw onderzoek meer ruimte om PFAS-houdende grond en bagger
te verzetten. Daar heeft Rijkswaterstaat in veel verschillende rollen mee te
maken. ‘We geven beleidsadviezen aan het ministerie, we werken mee aan de
totstandkoming van regelgeving, we geven voorlichting aan uitvoerende overheden
en bedrijfsleven, we zijn opdrachtgever voor grond en baggerverzet en we zijn
verantwoordelijk voor de waterkwaliteit’, licht Michiel Gadella toe.
Michiel
Gadella: ‘Opgavegericht werken is echt heel erg leuk’ – eigen foto
Voorzorgbeginsel
Michiel
Gadella is adviseur bij de afdeling bodem en ondergrond bij Rijkswaterstaat.
Hij verhaalt hoe weinig aanvankelijk bekend was over die brandwerende, vrijwel
onverwoestbare, vlekbestendige, water en vuil afstotende 6.000 stoffen, met de
verzamelnaam PFAS, dat staat voor Per- en PolyFluorAlkyl Stoffen.
Deze
chemische stoffen komen van nature niet voor in het milieu en kunnen een
negatief effect hebben op onze leefomgeving en op onze gezondheid. Deze stoffen
breken niet af en hopen op in de voedselketen. Het is dus belangrijk om het
gebruik van deze stoffen zoveel mogelijk terug te dringen. Waar bovendien tot
voor kort gedacht werd dat PFAS vooral lokaal speelde rond de fabriek
DuPont/Chemours en bij plekken waar brandblusschuim is gebruikt, zoals rondom
Schiphol, bleek de afgelopen twee jaar dat PFAS diffuus door heel Nederland in
relatief lage concentraties wordt aangetroffen. Dat leidde tot een oproep om
vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) te werken aan
nationale kaders voor het gebruik van PFAS houdende grond en baggerspecie.
Gadella:
‘Vanuit het internationaal verankerde voorzorgbeginsel is toen met het eerste
handelingskader een nadere invulling van de zorgplicht gegeven door I&W,
gebaseerd op onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) naar de risicogrenzen van PFOA, PFOS en GenX. Omdat er in de zomer van
2019 nog veel onzekerheden waren over de mate waarin PFAS in de bodem aanwezig
is en over het uitlooggedrag van PFAS uit grond, bood het handelingskader dat in
die zomer verscheen zeer beperkt ruimte voor het toepassen van grond en
baggerspecie in oppervlaktewater. Dit leidde tot stagnatie in de afzet van
verschillende grondverzetsprojecten en baggerwerken die voor hun afzet
afhankelijk zijn van toepassingen in oppervlaktewater. Later is op basis van
aanvullend onderzoek van het RIVM en Deltares een aanpassing doorgevoerd van
het eerste Tijdelijk Handelingskader, waarin de toegestane ruimte voor grond en
baggerverzet werd vergroot op basis van een tijdelijke achtergrondwaarde
(0,8/0,9 ug/kg) en het herverontreinigingsniveau in Rijkswateren (0,8/3,7
ug/kg). Nu heeft aanvullend onderzoek van het RIVM en Deltatres naar de
achtergrondwaarden, regionale baggerkwaliteit en het uitlooggedrag van grond en
baggerspecie geleid tot een verdere verruiming. En eind dit jaar verwacht het
ministerie, met nog meer wetenschappelijke onderbouwing, te kunnen komen tot
een Definitief Handelingskader. Al deze aanpassingen hebben hun doorwerking
naar de uitvoeringspraktijk van RWS, mede overheden en bedrijven. Via onze
helpdesk en onze website proberen we de mensen uit de uitvoeringspraktijk zo
goed mogelijk van voor hun relevante informatie te voorzien’.
Kernteam
gevormd
‘Omdat
we diverse, heel verschillende rollen vervullen; uitvoerend, beherend,
adviserend en informerend, is er bij Rijkswaterstaat een kernteam PFAS gevormd
waarin opgavegericht mensen van verschillende afdelingen bijeen komen en
onderling onze inzet op het onderwerp wordt afgestemd. Om een voorbeeld te
geven, wij zien toe, op het behoud en verbeteren van de waterkwaliteit in
Rijkswateren. Tegelijkertijd brengen aannemers de grond en bagger, voortkomend
uit werkzaamheden in onze opdracht, naar functionele toepassingen in
oppervlaktewater. Wat verantwoord kan met het oog op de waterkwaliteit en wat
voldoende ruimte biedt voor grond en baggerverzet, vereist dus goed intern
overleg’.
Dat
opgavegericht werken is echt heel erg leuk, vertelt Michiel Gadella. ‘Het gaat
om kennisontwikkeling, het gaat om bijdragen aan oplossingen en het gaat om het
signaleren van vragen en knelpunten. Weten wat er speelt in eigen huis, maar
ook in de markt, bij lagere overheden en bij kennisinstituten’.
Integrale
afweging
‘Het
later dit jaar te verwachten Definitief Handelingskader zal, aldus Gadella,
‘juridisch worden verankerd via een wijziging van de Regeling bodemkwaliteit.
PFAS vormt dan een integraal onderdeel bij de beoordeling van de kwaliteit van
de bodem en grond en baggerspecie. Dat maakt het eenvoudiger omdat nu PFAS nog
apart moet worden beoordeeld naast alle stoffen die in de regeling
bodemkwaliteit zijn opgenomen’.
‘Belangrijk,
want een jaar later wordt de Omgevingswet van kracht. De bestaande regelgeving
op het gebied van bodem wordt onderdeel van die Omgevingswet via de
aanvullingswet, het aanvullingsbesluit en de aanvullingsregeling bodem. Het
Besluit en de Regeling bodemkwaliteit worden daaraan aangepast. Bodem en
ondergrond spelen een belangrijke rol bij de
integrale besluitvorming over de gewenste toestand en ontwikkeling van
de fysieke leefomgeving. De instrumenten die de Omgevingswet biedt bevorderen
die integrale afweging’.
‘Gemeenten
en waterkwaliteitsbeheerders kunnen straks in het kader van de Omgevingswet
afwegen of zij ten aanzien van PFAS met de Rijksregels uit de voeten kunnen,
met lokaal maatwerk moeten werken of dat ze in regionaal verband moeten werken
aan afgestemd beleid op het gebied van grond en baggerstromen. Dat alles binnen
de visie die zij ontwikkelen op het gebied van verschillende maatschappelijke
opgaven met daarbij aandacht voor het beschermen en benutten van het natuurlijk
systeem.’