Modellen die bijdragen aan een betere balans tussen natuurbeheer en landbouw
‘Met
een open bodemindex ontstaat er een beter beeld van de ontwikkeling van de
bodem en de bodemkwaliteit in Nederland. Uiteindelijk is verduurzaming van de
bodem het doel, met als resultaat dat agrarische ondernemers en de drinkwatervoorziening
daarvan profiteren’, vertelt Sven Verweij.
Sven Verweij - eigen
foto
Passie voor
geo-informatie
Aardrijkskunde
had altijd al zijn interesse, al op de basisschool al. ‘Zo ben ik een van de
initiatiefnemers van Bodemfoto.nl, een website waar mensen hun foto’s over de
bodem kunnen insturen en een verhaaltje erbij kunnen plaatsen. In Wageningen
werd die belangstelling een passie voor geo-informatie. Ik ging mij verdiepen
in moderne technieken op het grensvlak van bodem, geo-informatie en machine
learning. Zo ben ik bij het Nutriënten
Management Instituut (NMI) terecht gekomen. In dit kennis- en adviesbureau
wordt technisch inhoudelijke kennis over de bodem omgezet in praktische
handvatten. We ontwikkelen modellen op basis van statische berekeningen met
name gericht op agrarische toepassingen. Daarmee willen we bijdragen aan een
duurzame, klimaatbestendige landbouw die in balans is met de natuurlijke
omgeving’.
Daarnaast
is Sven Verweij bestuurslid van JongBodem. ‘Het contact met leeftijdsgenoten,
werkzaam op andere terreinen, is een leuke manier om over de eigen schutting te
kijken. Ik wil graag mijn focus breed houden en niet in de val van een
tunnelvisie lopen’.
Open Bodem Index
Een
van de projecten waar Sven Verweij bij betrokken is, is de Open Bodem Index
(OBI). ‘Dit is een initiatief dat we hebben genomen samen met de Rabobank,
Vitens, ASR, WUR en FarmHack. De OBI moet een beter beeld geven van de
ontwikkeling van de bodem en de bodemkwaliteit in ons land. Het is een getal
dat de kwaliteit van de bodem op en bepaalde plek weergeeft. De index is
gecorrigeerd voor bodemsoort en het gebruiksdoel van de bodem. Wat de Open
Bodem Index aangeeft is een indicatie voor de kansen op verbetering van de
bodemkwaliteit tegen het licht van de haalbare gewenste situatie per
bodemsoort. Dat wordt berekend op basis van 20 biologische, fysische en
chemische parameters. Samen bepalen die de index’. Hij vertelt dat de OBI een
open karakter heeft. ‘Iedereen kan inzicht krijgen in de rekenregels en ook
zelf daaraan bijdragen’.
Grasgroeimodel
Een
ander project is RE-Gras, een grasgroeimodel. ‘Dat is bestemd voor
melkveehouders om de te verwachte opbrengst en ruw eiwit van gras te
voorspellen bij het gebruik van meer of juist minder kunstmest. We hebben
daarvoor een tool ontwikkelt die ertoe kan bijdragen dat boeren hun
bedrijfsvoering efficiënter kunnen inrichten. Waar en wanneer mogelijk minder
kunstmest gebruiken betekent voor hen een verlaging van de kosten. Tegelijk is
dit beter voor het milieu’.
Het
is zijn motivatie, vertelt Sven Verweij. ‘Onderzoek bruikbaar maken voor
toepassingen die maatschappelijk relevant zijn. Met de modellen die we hier
ontwikkelen hopen we bij te dragen aan een betere balans tussen natuurbeheer en
landbouw. De Nederlandse boeren produceren heel veel, maar de effecten kunnen
vaak te schadelijk zijn voor onze natuur. Een balans vinden in economische
belangen en de belangen van een goed milieu en een gezonde natuur – dat is de
opgave.’