Paul Oude Boerrigter: ‘Jonge mensen interesseren voor ons vakgebied’
Het
is van groot belang het vakgebied interessant te maken voor jonge mensen. Zij
zijn de bodem en ondergrondexperts van de toekomst, zonder hen verdwijnt de
aandacht, en de kennis die nodig is voor de realisatie van veel
maatschappelijke opgaven’. Paul Oude Boerrigter, in het dagelijks leven
werkzaam bij Sweco, is via NLingenieurs nauw betrokken bij het Kennis- en
onderwijscentrum bodem en ondergrond voor het hoger onderwijs (KOBO).
Paul Oude Boerrigter –
eigen foto
Kennis neemt af
‘Onze
bodem en ondergrond spelen een belangrijke, en steeds belangrijkere rol in
ruimtelijke ontwikkelingen wanneer het gaat om uitdagingen als
energietransitie, klimaatadaptatie, duurzaam landelijk gebied en
verstedelijking. Tegelijk moeten we constateren dat de kennis en positie van
het bodemsysteem bij overheden en bedrijfsleven verschraalt. Dat wordt nog eens
versterkt door een geringe belangstelling bij studenten in het hoger onderwijs
om een opleiding in dit werkveld te volgen’. Aldus Paul Oude Boerrigter. ‘Het
is een zorg die binnen NLingenieurs leeft (waarbinnen Sweco actief is) en een
van de redenen is om te participeren in KOBO’.
Langjarig onderzoek
Dat
is de reden dat KOBO en NL Ingenieurs nu samenwerken aan het opzetten van een
onderzoeksprogramma dat helpt bij het beantwoorden van integrale bodem- en
ondergrond vraagstukken. Daarmee willen ze ook aansluiten bij, en bouwen aan de
kennisinfrastructuur bodem en ondergrond van morgen, waarin kennisontwikkeling
en doorwerking in netwerken van organisaties leidend is. ‘De vraag is: “Welke
kennis is nodig na dit jaar, wanneer het UP Kennisproject eindigt”. ‘We zijn’,
vervolgt Paul, ‘ons nu aan het oriënteren op meer samenwerkingspartners, zoals
VNG en IPO, en financieringsmogelijkheden. Door het werken met een langjarig
programma kan een meer structurele inbedding in de curricula van de hogescholen
plaatsvinden en kunnen zij beter anticiperen op nieuwe ontwikkelingen en
inzichten. We streven er ook naar dat met behulp van dit meerjarenplan alle
betrokkenen in staat zijn om langere tijd de zo broodnodige duurzame aandacht
aan bodem en ondergrond in het hoger onderwijs te realiseren’.
Verschillende
onderzoekslijnen
Voor
het meerjarenprogramma zijn verschillende onderzoekslijnen opgesteld. Dat zijn
achtereenvolgens Ondergrondse infrastructuur, Bodem en locatieontwikkeling,
Duurzaam gebruik van de bodem en Gezondheid en leefomgeving. Paul: ‘De
dwarsverbanden die we in deze thema’s willen onderzoeken zijn Integraal werken
en de rol van de omgevingswet, Duurzame ontwikkeling concreet maken, Kennis en
vaardigheden van de bodemprofessional en natuurlijk het Gebruik van nieuwe
technieken’. Deze onderzoekslijnen kunnen gekoppeld worden aan toepast
onderzoek in lectoraten, zoals het lectoraat Bodem en Ondergrond op Saxion,
onder leiding van Geert Roovers.
Studentenonderzoeken
‘De
basis voor het langjarig onderzoeksprogramma vormen de studenten aan het HBO-
of WO onderwijs’, licht Paul Oude Boerrigter toe. ‘Zij kunnen
praktijkopdrachten, stages of afstudeeropdrachten op zich nemen. Een en ander
vindt plaats binnen de reguliere curricula van de betrokken hogescholen. Iedere
opdracht heeft een opdrachtgever, die uit het netwerk van partijen komt dat bij
het programma is betrokken’.
Paul
noemt in het bijzonder de KOBO-ambassadeurs
die bedrijven en onderwijsinstellingen op regionaal niveau kunnen verbinden.
Hij betitelt ze als ‘makelaars en schakelaars’. ‘De ambassadeurs inventariseren
bij bedrijven adviesbureaus en onderwijsinstellingen vragen en aanbod. Ze
pakken maatschappelijke vraagstukken op bewerken deze tot projecten die
gezamenlijk kunnen worden opgepakt’.
‘Uiteraard’,
besluit Paul, ‘maken we ook gebruik van bestaande en/of nieuwe werksessies,
symposia en conferenties. Naast de eigen KOBO-netwerkbijeenkomsten sluiten we
daarvoor uiteraard ook graag aan bij bestaande bijeenkomsten, zoals het
Bodembreedcongres, bijeenkomsten van BodemBreedForum en het SIKB Jaarcongres.’