Revitalisering van voormalige stortplaatsen
Verspreid
over het land liggen er zo’n 4.000 voormalige stortplaatsen waar nu niets mee
gebeurt. De vraag naar ruimte voor natuur, woningbouw, recreatie, zonneparken
en noem maar op, is groot. Hoe kunnen deze stortplaatsen daartoe worden
aangewend? De Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) onderzoekt in samenwerking
met enkele Gelderse gemeenten binnen het kennisplatform van het Gelders Ondergrond
Overleg de mogelijkheden.
Janbart
van Ginkel: oppakken van de kansen die de Omgevingswet gaat bieden – eigen foto
Teruggeven
aan samenleving
Verschillende
Gelderse gemeenten in de zogeheten ‘Cleantech regio’ bezitten in totaal 90
hectare aan voormalige stortplaatsen. Weliswaar versnipperd, maar toch, een
behoorlijk areaal. Samen met de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) en het
kennisplatform van het Gelders Ondergrond Overleg (GOO), en met een bijdrage
van het UP Kennisprogramma van het Convenant Bodem en Ondergrond, is een
project gestart om te komen tot een Programma Herontwikkeling Duurzaam
Bodembeheer Voormalige Stortplaatsen. Projectleider Janbart van Ginkel,
werkzaam bij ATOsborne, licht toe.
‘Waar
ooit de stortplaatsen dienst deden als opslag voor vervuild afval, willen we
deze plekken nu een nieuwe, veel betere maatschappelijke rol geven. Met een
nieuwe waardering, bijvoorbeeld door ze in te zetten voor de klimaatadaptatie een
publieke ruimte voor gemengd sport, recreatie en stadslandbouw, in het
verbinden van natuurgebieden of voor woningbouw. Dus niet enkel op basis van economische
waarden’.
Portfolio
aanpak
‘De
belangstellende gemeenten in de Cleantech regio hebben 774 voormalige
stortplaatsen in hun grondgebied. Kleine en grote, van 1 tot 9 hectare. Samen
met OVIJ werken we nu aan een portfolio aanpak. We onderzoeken of een dergelijke
aanpak kan helpen bij de herontwikkeling van deze stortplaatsen en onder welke
voorwaarden dat zou kunnen. Daartoe brengen we in kaart welke
herontwikkelingsmogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld op regionaal niveau.
Beschouwen bijvoorbeeld, als een optie, daarbij de mogelijkheden tot
ruilverkaveling. Stel je hebt verschillende kleine terreinen, die geschikt zijn
voor een zonnepark. Elk daarvan op zichzelf te ontwikkelen zou wellicht te
kostbaar of te inefficiënt of te risicovol zijn voor een ontwikkelaar. Breng je
die verschillende terreinen als één pakket op de markt, dan kan het financieel
wel interessant worden, want de ontwikkelaar kan de vaste lasten en de risico’s
(kwetsbaar object en ondergrond bij onzorgvuldig inrichten en gebruik) over
meerdere locaties verdelen’.
Samenwerkingsvormen
‘De
eerste, nu net gestarte fase van het project, is het onderzoek naar nut en
noodzaak van zo’n programmatische aanpak. Daarbij nemen we ook de kansen mee
die de komende Omgevingswet biedt.
Gemeenten
krijgen een grotere verantwoordelijkheid voor voormalige stortplaatsen, zowel
in zorg, beheer als onderhoud. Dat kan als een probleem worden opgevat, maar
veel beter als een kans. Dit onderzoek kan daarvoor de weg plaveien. Nu nog
procesmatig, maar straks als voorbeeld voor de wijze waarop in bijvoorbeeld een
publiek-publiek, of publiek-private samenwerking verantwoordelijkheden kunnen
worden gedeeld, of zelfs kunnen worden overgedragen. In oktober verwachten we
de eerste resultaten te kunnen presenteren.’