Saxion begeleidt archeologen naar breder werkveld
Studenten
die als archeoloog afstuderen aan hogeschool Saxion vinden lang niet altijd ook
als archeoloog een baan. De branche is daarvoor te klein. Saxion begeleidt hen
daarom in een keuze voor een breder werkveld, zoals die van de bodem en ondergrond.
Teamleider Arlette van Wijhe licht toe.
Arlette
van Wijhe – eigen foto
Groot hart voor het vak
Arlette
van Wijhe leidt een team van 31 docenten, die samen 450 studenten opleiden tot
archeoloog op hbo- niveau. Zelf heeft ze niet een archeologische achtergrond,
maar een zeer gevarieerde loopbaan, waarin management een rode draad vormt. ‘En
dan management met aandacht voor pionieren, veranderingen mogelijk maken en
processen stroomlijnen. Natuurlijk met veel aandacht voor de archeologen,
mensen met een heel groot hart voor het vak, heel gemotiveerd, mensen ook die
prettig eigenwijs kunnen zijn, en het is de mooie uitdaging voor mij om dat
team te leiden’.
Curricula
herontwikkeling
In
de afgelopen jaren kende de opleiding een opvallend grote instroom; zo’n 150
studenten per jaar, vertelt Van Wijhe. ‘Dat vergde behoorlijk veel aandacht,
zoals bijvoorbeeld een verdubbeling van het docentenaantal’. Tegelijk ging
Saxion de curricula herontwikkelen. ‘Alles is herschreven en verbeterd. Zo zijn
de ECTS van drie naar vijf gebracht’. [ECTS staat voor European Credit Transfer
and Accumulation System, een instrument van het European Higher Education Area
om opleidingen en programma’s meer transparant te maken en daarmee de kwaliteit
van het hoger onderwijs te verbeteren (in de volksmond ook wel studiepunten
genoemd) – noot van de redactie]. ‘Nu werken we met minder hoorcolleges, minder
toetsen, maar met meer activerende werkvormen. Ook het interdisciplinair
samenwerken is een belangrijk onderdeel van de opleiding geworden’.
Uitstroom studenten
‘Wij
leiden studenten op tot praktisch veldwerker’, licht Van Wijhe toe. ‘Met veel
ervaring. Met kennis van de nieuwste digitale technieken. Maar door de enorme
aantallen studenten realiseren we ons dat zij niet allemaal in het
archeologisch werkveld terecht kunnen, daarvoor is de markt te klein. Femke
Tomas is onderzoek gaan doen naar waar die studenten dan zoal terecht komen.
Daaruit hebben we geconcludeerd dat we onze studenten bewust moeten maken dat
je wordt opgeleid tot veldwerker, veldtechnicus met heel veel ervaring in de
digitale technieken, maar dat niet iedereen met die vaardigheden terecht kan
komen in de archeologie’.
Verbreding opleiding
‘Dat
vraagt dus om verbreding van onze opleiding’ vervolgt Van Wijhe. ‘Die
verbreding is er bijvoorbeeld richting het cultureel erfgoed. We willen de
studenten graag bewust maken van het feit dat je persoonlijke
keuzemogelijkheden hebt en zo kunt bouwen aan vakmanschap met een eigen
profiel. Archeologie kan de verbinding leggen met het cultureel erfgoed dat
“boven de grond” zichtbaar is. Maar ook dus richting bodem en ondergrond of
geo-ICT. Onze aandacht voor digitale technieken en digitaal werken maakt van
het beroep van archeoloog niet alleen een modern beroep, het creëert ook
mogelijkheden om buiten de archeologie aan het werk te gaan, in het heel brede
terrein van bodem en ondergrond’. En een derde richting, zegt Van Wijhe, ‘is de
focus op interdisciplinair samenwerken. Waarin wordt samengewerkt met studenten
van een andere studie aan een maatschappelijk vraagstuk of probleem’.
Bewustwording creëren
‘Wij
onderzoeken nu hoe wij de studenten die verbreding van beroepsmogelijkheden het
beste kunnen aanbieden. Kunnen we hen ook echt warm maken voor bijvoorbeeld het
werkveld van bodem en ondergrond? Een heel breed gebied en dat wordt niet
gelijk interessant gevonden. Want de belangstelling gaat vooral uit naar
geschiedenis, naar het leven en werken van onze voorouders bijvoorbeeld. En dat
terwijl het werkveld van bodem en ondergrond staat te springen om mensen. Mede
daarom overleggen we ook nauw met de universiteiten. Waar richten zij zich op,
zitten daar dubbelingen in met ons aanbod, of zijn er juist lacunes? Waar
zitten aansluitmogelijkheden? Et cetera. We zitten nu nog in de fase waarin we
dat nog niet hebben uitgekristalliseerd’.
Sexy maken!
‘Om
dat bredere werkveld aantrekkelijker, sexy te maken, hebben we onder andere een
nieuwe minor in ontwikkeling genomen: “Engineering the Future (Under)world”.
Bekt lekkerder, en dat niet alleen, de minor haakt in op de actuele grote
maatschappelijke opgaven en hoe daarin de bodem kan bijdragen aan de
oplossingen. Met daarbij als belangrijk accent de aanwezige erfgoed- en
archeologische waarden. Dit in nauwe samenwerking met ons lectoraat Sustainable
Areas and Soil Transitions, waar we altijd de link proberen te leggen tussen
onderwijs en onderzoek. Met behulp van open dagen, het organiseren van
arbeidsmarkten en het bemiddelen tussen studenten en de arbeidsmarkt hopen we
studenten bewust te maken van hun brede inzetbaarheid.’