Wat te doen met bodemdaling? Toolbox voor gemeenten.
Arend van Woerden –
eigen foto
Ontbreekt aan integraal
beleid
Arend
van Woerden, adviseur bodemdaling én manager Bodemdaling bij Sweco en
vandaaruit gedetacheerd bij de gemeente Woerden als Programmamanager
Bodemdaling, is een van de ontwikkelaars van de toolbox. ‘Samen met Martine
Coevert heb ik gewerkt aan de hulpmiddelen onder de naam IBOR Coaching. De
toolbox is door Luuk Jacobs en Robert van Cleef ontwikkeld. Samen vormen ze een
totaalpakket voor gemeenten voor bodemdalingproblematiek.
Gemeenten blijken niet altijd voldoende in staat te
zijn om een integraal beleid te ontwikkelen voor een structurele aanpak van
bodemdaling. KBF heeft daarom binnen de zogenoemde deelexpeditie Coaching IBOR
Bodemdalingproof [IBOR staat voor Integraal Beheer Openbare Ruimte – red.] een
stappenplan, een urgentiedocument, een financiële notitie en een gehele
bibliotheek samengesteld met relevante documenten. Hiermee hopen we bij te
dragen aan meer programmatisch werken aan bodemdaling in bebouwd gebied. En we
willen aanzetten tot het inbedden van de aanpak in de gehele organisatie’.
Vaker terugkerende
schadeposten
‘De
schade die bodemdaling veroorzaakt aan riolen, woningen, opritten, stoepen en
ondergrondse leidingen en kabels, om maar een kleine greep te doen, komt bij
ontbrekend gemeentelijk beleid elke tien tot twintig jaar terug’, stelt Van
Woerden. ‘Waar een gemeente op vaste bodem eens in de pakweg zestig jaar voor
renovatieopgaven staat van de openbare ruimte, riolen etc., krijgt een gemeente
op slappe bodem dit veel vaker voor zijn kiezen. En de herinrichting van de
openbare ruimte kost al gauw 30.000 euro per woning. Dus reken maar uit wat dat
de gemeente kost. En natuurlijk ook de bewoners, die bijvoorbeeld opeens door
een scheurende leiding geconfronteerd worden met gas in de kruipruimte of een
toilet dat niet doorspoelt’.
Uitgaveposten
samenvoegen
‘Er
zijn gelukkig tal van mogelijkheden om de problemen voor te zijn’, licht Van
Woerden toe. ‘Bij bestaande bebouwing kun je infrastructuur ophogen met licht
materiaal, geen zand want dat is te zwaar en doet de bodem verder inklinken.
Maar het effectieve piepschuim is vele malen duurder dan zand, dus daar moet je
als gemeente een extra voorziening voor treffen. Bij nieuwbouwlocaties kun je
de bodem voorafgaand aan de bouw eerst laten inklinken, zoals je ook een spons
uitperst. Flink stapelen met extra zand, “voorbelasten” zoals dat heet, zodat
de bodem tot een stabiele vorm is gekomen. De meerkosten hoeven geen probleem
te zijn, wanneer je als gemeente binnen de organisatie meer integraal gaat
werken of goede afspraken worden gemaakt met de ontwikkelaar. Dus
investeringskosten niet apart begroten, maar onderdeel laten zijn van de totale
beheerskosten en verrekenen met latere onderhoudskosten’.
Voorbeelddocumenten
‘Met
de hulpmiddelen we deze en vele andere oplossingen uitgewerkt. Ze bevatten
verder een keur aan voorbeelddocumenten, zoals oplegnotities ten behoeve van
bestuurders en voorbeeldbrieven aan bewoners. Want de leidraden beogen niet
alleen de kennis bij projectleiders te vergroten, maar ook die binnen de gehele
gemeentelijke organisatie’, aldus Van Woerden. Tot slot memoreert hij dat
vanuit de gemeente Woerden ook een gratis ‘Masterclass Bouwen op slappe bodem’
wordt aangeboden. En het KBF trekt het land in om de kennis te verspreiden.
Gemeenten met interesse in de roadshow kunnen contact opnemen met info@kbf.nl