Watermanagement kan de klimaatadaptatie niet alleen aan
Renske van Driesten –
eigen foto
Wateroverlast
‘In
mijn opleiding ligt vooral de focus op water. Door in mijn afstuderen bezig te
gaan met de rol van de bodem werd ik me bewust van de impact die de bodem
speelt in waterproblemen. Ik heb trouwens vernomen uit de opleiding dat er wel
veranderingen zijn in het betrekken van de bodem in de lessen’, vertelt Renske
van Driesten. ‘In mijn afstudeeronderzoek wilde ik achterhalen wat de
klimaatverandering voor de gemeente Enschede inhoudt. Op welke wijze kan beter
inzicht in het bodemwatersysteem bijdragen aan het oplossen van de
wateroverlast in Enschede. Daarvoor is het belangrijk te weten hoe de bodem van
Enschede is opgebouwd en welke mogelijkheden die biedt’. Voor het onderzoek,
dat is uitgevoerd binnen het programma Ondergrond InZicht, liep zij stage bij
Witteveen+Bos.
Ze
licht toe: ‘Steeds vaker heeft Enschede te maken met wateroverlast, als gevolg
van hevige regenval. Die overlast wordt mede veroorzaakt door de stuwwal waarop
de stad is gebouwd. Deze stuwwal bevat een voor water ondoorlatende kleilaag.
Daarnaast heeft het riool onvoldoende capaciteit. Ondanks gemeentelijke
klimaatadaptieve maatregelen ervaren de bewoners nog regelmatig flinke
wateroverlast. En dat zal helaas niet minder worden’.
Natuurlijke sponswerking
‘Een
ander aandachtspunt is dat de watertoevoer alleen plaatsvindt door neerslag’,
vervolgt zij. ‘Dat betekent dat Enschede ook slim moet omgaan met het
beschikbare water. Het benutten van de natuurlijke sponswerking van de bodem is
daarom belangrijk. Zowel voor het opvangen en het vasthouden, als het afvoeren
van water’. Renske tekent daarbij aan dat naast de waterproblemen die er
spelen, het ook steeds drukker wordt in de bodem en ondergrond. ‘Denk aan
kabels en leidingen, parkeergarages, tunnels en ondergrondse afvalcontainers.
Hun aanwezigheid kan een belemmering zijn voor het treffen van afdoende van
maatregelen om klimaatvraagstukken aan te pakken. Daarom is meer inzicht in het
bodemsysteem en ondergrondse objecten essentieel bij het aanpakken van die
vraagstukken’.
Communicatie niet
gemakkelijk
Bij
die (drukke) bodem en ondergrond is een groot aantal experts betrokken. Zowel
voor wat er onder onze voeten moet gebeuren, als daarboven. ‘Technici,
specialisten in de ruimtelijke ordening en deskundigen op het terrein van
governance bijvoorbeeld. Onderlinge communicatie en samenwerking blijkt nog
altijd niet gemakkelijk. Dat heb ik al meegekregen in mijn opleiding.
Watermanagement lijkt los te staan van andere kennisvelden, en omgekeerd’,
stelt Renske vast. Gastlessen zouden bijvoorbeeld daarbij kunnen helpen,
suggereert ze. ‘Meer casuïstiek, meer excursies – het zijn allemaal manieren om
meer inzicht te krijgen in verschillende vakdisciplines. Water en bodem moeten
echt veel dichter bij elkaar worden gebracht. Dat we expert zijn op het gebied
van een onderdeel in onze systemen is belangrijk, maar het zou daarbij de
samenwerking bevorderen als we ook (een beetje) elkaars ‘taal’ spreken en oog
hebben voor elkaars passie en vakgebied. Omdat deze twee systemen onlosmakelijk
met elkaar verbonden zijn. Daarom zouden de water- en bodemexperts ook
onlosmakelijk met elkaar verbonden moeten zijn’.
Beroepsproduct
Aan
het slot van het gesprek presenteert ze haar beroepsproduct, onderdeel van het
afstuderen en de stage. Een poster voor de beleidsmakers van de gemeente
Enschede. De poster beschrijft de wateroverlast, de rol van de bodem en de
maatregelen om de sponswerking van de bodem te benutten. Renske: ‘Deze poster
kan helpen bij besluitvorming over klimaat adaptieve maatregelen voor Enschede.’